Seminar 2011

Een belangrijke afspraak stond gepland op donderdag 6 oktober 2011 om 19u00 in Van der Valk Hotel & Restaurant te Oostkamp.  Dan hadden wij onze “eerste lezing Spinoza”.  Het is de eerste maal dat dergelijke lezing werd georganiseerd en mits inbreng van de Broeders van onze werkplaats mochten wij een ruime belangstelling en een volle zaal noteren. Het initiatief werd alvast als geslaagd beoordeeld en wordt volgend jaar herhaald. Zou dit het begin zijn van een mooie traditie?

Tinneke Beeckman beet de spits af

Opmerkelijk hedendaags: Spinoza over het vrije denken

Spinoza was in het ‘echte’ leven een vrijdenker in de ware zin van het woord: hij had contacten met mensen die er uiteenlopende ideeën op nahielden en verdedigde steeds de vrijheid van onderzoek en van meningsuiting. Met zijn buitengewoon rijke en complexe politieke theorie heeft hij ook een waardevolle bijdrage geleverd aan het denken over de democratie. Aangespoord door de fragiele republikeinse vrijheid in de Nederlanden van zijn tijd (de zeventiende eeuw), schreef hij zijn politieke werken pas nadat hij een Ethica uitwerkte. ‘Ethica’ betekent hier een theorie over de menselijke vrijheid vanuit een denken over God, natuur en mens. De verwevenheid van zijn politieke theorie met een bredere visie op de mens, op de rede en de affecten, maakt volgens mij de kracht uit van zijn denken.
Als allochtoon van de tweede generatie joodse migranten, heeft zijn denken zeker nog veel te bieden voor de uitdagingen van de hedendaagse maatschappij. Wat het vrije denken betreft, pleitte hij voor een radicale vrijheid. Hij gaf meerdere argumenten. Vooreerst is het oordeel onvervreemdbaar: mensen zullen altijd een eigen kijk op de werkelijkheid hebben. Geen enkele wet kan dit verhinderen. En een staat die wetten oplegt zonder die te kunnen handhaven, is zwak. Spinoza onderbouwt deze visie op het oordeel met een originele filosofie van lichaam en geest, en van verbeelding en rede. Ten tweede pleit hij voor de scheiding van filosofie en theologie, en van politiek en godsdienst. De kerkelijke overheid mag niet tussenkomen in politieke aangelegenheden. Het omgekeerde mag wel: idealiter heeft de staat de macht om zich te mengen in kerkelijke praktijken, bijvoorbeeld wanneer die een vreedzaam samenleven bedreigen (in geval van aanzetten tot haat jegens medeburgers). Tot slot meent Spinoza dat de vrijheid ook de zelfontplooiing bevordert, en dus de mogelijkheid om ethisch en gelukkig te leven.